Vaak is er inmiddels
geschreven over wetgeving en familierecht
en dubieuze rechterlijke uitspraken.
Zo zijn er veel schijnbaar onbegrijpelijke rechterlijke uitspraken en
vele ouders kunnen gewoonweg fluiten naar hun rechten als ouders,
informatierecht, normale omgang met hun kinderen en bovenal: de rechten van een
kind op zijn/haar eigen ouders en een familieleven met hen + de ooms / tantes
en grootouders….
In de zaak, waarover
onderstaande gaat, is sprake van ongeveer
alles wat onrecht is van toepassing is en dit wordt toegedekt door de
rechters. Een paar voorbeelden; ouders
wonen in Duitsland, de NL-rechter meent rechtsbevoegdheid te hebben.
(Zie mijn eerdere artikel: "BJZ en de grenzeloze jacht op kinderen" )
Bij internationale zaken gaat de Centrale Autoriteit over eventuele teruggeleiding naar Nederland, hier regelt een rechter telefonisch een en ander met de buitenlandse politie/justitie. Normaal dient een vonnis door een beëdigd tolk vertaald te worden, hier maakt men een vervalste vertaling om de buitenlandse justitie de indruk te geven dat ouders ontzet zijn uit hun gezag (dat was en is absoluut nooit het geval geweest).
(Zie mijn eerdere artikel: "BJZ en de grenzeloze jacht op kinderen" )
Bij internationale zaken gaat de Centrale Autoriteit over eventuele teruggeleiding naar Nederland, hier regelt een rechter telefonisch een en ander met de buitenlandse politie/justitie. Normaal dient een vonnis door een beëdigd tolk vertaald te worden, hier maakt men een vervalste vertaling om de buitenlandse justitie de indruk te geven dat ouders ontzet zijn uit hun gezag (dat was en is absoluut nooit het geval geweest).
De NL-justitie wil
strafvervolging wegens die 'ontvoering'… alleen er is nooit ontvoering geweest,
omdat ouders gezag hadden! Er is nooit of te nimmer op rechtsgeldige wijze enig
vonnis betekend… De NL justitie doet alsof dit het geval is. Ondertussen gaat NL door met die ouders
opjagen (ouders en 3 kinderen zijn, na 4
jaar, weer bij elkaar zónder
buitenlandse 'jeugdzorg' (geen reden toe!!!)
en de ouders zijn nog gewoon bij elkaar! Meer dan 10 rechters, tot Hoge
Raad aan toe, werkten mee aan deze ronduit schandalige zaak die slechts één
doel had: kinderen onder de macht van de NL-'jeugdzorg' te houden, koste wat
kost…
Een advocaat die zijn
nek ver uitsteekt neemt het op voor die ouders en wil alleen maar dat er eens
recht geschied in NL volgens de WET, vraagt aan het College Procureurs General
om eens een diepgaand onderzoek in te laten stellen om onder andere het
overtreden van wettelijke regels als dat art. 430 Rv.
Een rechterlijke
uitspraak begint gewoonlijk met de bekendmaking daarvan. Geen correcte bekendmaking, dan ook geen
uitspraak…. Zo zegt de wet. Ik plak hier
eens één artikel van 'dwingend recht' uit het wetboek van Rechtsvordering, art.
430 (bron: www.wetboek-online.nl):
1 De grossen van in
Nederland gewezen vonnissen, van beschikkingen van de Nederlandse rechter en
van in Nederland verleden authentieke akten alsmede van andere bij de wet als
executoriale titel aangewezen stukken kunnen in geheel Nederland worden ten
uitvoer gelegd.
Even vertalen in gewoon
Nederlands:
Een vonnis van een
NL-rechter kan alleen in NL ten uitvoer worden gelegd en zijn voorzien van het opschrift "in
naam des Konings". Deze uitspraken
moeten worden uitgereikt door de deurwaarder: deze is immers de enige die een
vonnis kan laten betekenen!
In het 'familierecht'
ziet men vaak geen vonnis, geen rechtsgeldige betekening en worden kinderen
vaak vanuit school weggerukt met behulp van de politie…. Dit terwijl de
politiehulp alleen mag worden ingeroepen ter assistente van een deurwaarder (in
dit soort gevallen).
In de praktijk is het vaak veel anders. Ik geef u daarom hierbij het
werkstuk van advocaat mr. H. Struycken, in een geanonimiseerde vorm. Hij zal dit op 27-11-2015 te Den Haag gaan
bepleiten.
(Zie vooral het
handelen van de rechter mw. mr. Flinterman / Groningen)
|
Mr Huib Struycken
Mr David Peters
Mr Jory Sneller
Mr drs Karin van Lotringen
Mr Huib Vissers
Mr Mary Issa
in samenwerking met
Mr Vincent Kraal
Amsterdam 29 oktober
2015
Betreft: VADER/MOEDER
Parketnummers
18.830054-15 en 18.830055-15
Hoogedelachtbaar
college,
1. Al
eerder heb ik mij tot het college gewend in verband met gemelde zaak. Bijgaand
treft u bijvoorbeeld mijn brief van 8 november 2013. Vanaf juni 2012 is
tevergeefs door cliënten, de heer en mevrouw MOEDER en mevrouw OMA, herhaaldelijk
verzocht om een onafhankelijk strafrechtelijk en integriteitsonderzoek door de
Rijksrecherche in verband met de kinderontvoering van de kinderen van mijn
cliënten, gijzeling , valsheid in geschrifte en kindermishandeling etc..
Bijgaand treft u recente correspondentie met
de Hoofdofficier J.R.Eland en mr A.M.de Vries, naar de inhoud waarvan ik gaarne
wil verwijzen.
2. Mijn
cliënten kunnen niet verschijnen voor de Groningse rechter op 14 december 2015
en zijn van oordeel dat zij niet vervolgd kunnen worden voor onttrekking aan
het gezag van hun kinderen en zeker
niet zonder dat de Rijksrecherche
voordien een gedegen onderzoek heeft gedaan naar het al of niet in
georganiseerd verband plegen jegens hen
van kinderontvoering, wederrechtelijke vrijheidsberoving ,huisvredebreuk geweldpleging, valsheid in geschrifte, bedrog en kindermishandeling etc. door Jeugdzorg en
de betrokken autoriteiten.
3. De
rechtbank Groningen heeft opnieuw het
verzoek de vervolging van de ouders te beëindigen afgewezen, nu omdat de
zaaksofficier van Justitie mr A.M. de
Vries aangekondigd heeft mijn cliënten te dagvaarden voor de Groningse
rechtbank op 14 december 2015 inzake
onttrekking aan het gezag.
4. Mevrouw
A.M. de Vries stelt in haar schrijven
van 29 september 2015, waarin zij de overdracht van de strafvervolging van de
ouders aan de autoriteiten in Duitsland
weigert, dat er sprake zou zijn van gezagsbeschikkingen van de Nederlandse
rechter, die mijn cliënten naast zich neer hebben gelegd , op grond waarvan zij
ook voor diezelfde Nederlandse rechter,
dienen te worden gedagvaard. Er
zijn geen gezagsbeschikkingen geweest en de tijdelijke gezinsondersteunende
maatregelen zoals ondertoezichtstelling en de machtiging uithuisplaatsing, die
er ten aanzien van de kinderen zijn genomen, zijn onbevoegd genomen en als
onrechtmatig te kwalificeren.
5. Deze
maatregelen zijn niet, zoals dwingendrechtelijk voorgeschreven in art 430 lid 3
Rv en art 28 Brussel II Bis van te voren betekend en zijn niet
rechtsgeldig ten uitvoer gelegd. Het
argument van de ouders is juist dat de
Duitse rechter in de strafzaak, voor wie zij wel zullen verschijnen, tot een
meer onafhankelijk oordeel zal komen dan
de Nederlandse rechter, die al op voorhand in strijd met art 6 EVRM tot een
oordeel tot in hoogste instantie is gekomen, dat de ouders hun kinderen op 28
september 2012 hebben ontvoerd en dat de kinderen ondanks emigratie naar
Duitsland vanaf november 2011 tot heden in Nederland hun woonplaats hebben
behouden. Zowel het gerechtshof Den Bosch als het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
en de rechtbank Groningen hebben hun bevoegdheid op door de ouders op 28
september 2012 gepleegde kinderontvoering gebaseerd. Ook de rechtbank en
Hof Den Haag gaan uit van een illegale
overbrenging door de ouders van de kinderen naar Duitsland. Meer dan 100 rechters inclusief de Hoge raad
en de advocaat generaal hebben geweigerd hun bevoegdheid op grond van de feiten
te beoordelen en de kinderontvoering van uit Duitsland in december 2011 door
rechter, officieren van justitie en Jeugdzorg en de Raad voor de
Kinderbescherming op grond van de feiten bij de beoordelingen te betrekken. De
enig autoriteit die wel van de legitieme
verhuizing van de kinderen en de woonplaats van de kinderen in Duitsland is
uitgegaan is de Centrale Autoriteit geweest.
6. De
ouders zijn met hun drie jonge
dochters begin november 2011 naar
Duitsland geëmigreerd en hebben zich aldaar laten inschrijven op 23 november
2011 op het adres STRAAT 10, te PLAATS
(Duitsland) . De Raad voor de kinderbescherming heeft op 24 november 2011 een
verzoek tot ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing bij de
rechtbank Groningen ingediend, welke
verzoeken niet door de griffier zijn doorgezonden naar de ouders, zoals
ingevolge Brussel II bis verplicht. Evenmin zijn de ouders opgeroepen voor de
zitting van 7 december 2011, waar deze verzoeken zouden zijn behandeld. De
ouders zijn ook niet opgeroepen voor de zitting op 20 januari 2015 voor het op
grond van art 800 Rv verplichte verhoor. De (gedetineerde) ouders zijn niet op
de zitting op 7 december 2011 bij kinderrechter Bosker verschenen en evenmin op
de zitting van 20 januari 2015 voor mr K.R.Bosker, M.J. Oostveen en S.Timmermans
7. De
op 24 november 2011 ingediende verzoeken en het verzoek tot een voorlopige
machtiging uithuisplaatsing dat op 25 november 2011 is ingediend, zijn ingediend
door de Raad voor de Kinderbescherming in de wetenschap, dat deze verzoeken
ingevolge art 8 Brussel II Bis niet bij de bevoegde rechter in Nederland werden
ingediend en hadden op het oog de kinderen te onttrekken aan het legitieme
gezag van de ouders, die in Duitsland woonden,
wanneer de kinderen bij grootmoeder in Nederland zouden logeren.
De kinderrechter Mr L.C. Bosch is aan de wens
van de Raad tegemoet gekomen en heeft, zonder ingevolge art 17 Brussel II bis
haar bevoegdheid te toetsen, onbevoegd op 25 november 2011 de voorlopige
machtiging tot uithuisplaatsing van naar Duitsland geëmigreerde kinderen aan
Jeugdzorg Groningen afgegeven.
8. De
officier van justitie mr A.M. de Vries heeft vanaf 25 november 2011 zich bezig
gehouden de kinderen onder de hoede te brengen van jeugdzorg en heeft in de
ogen van de ouders en mevrouw OMA, grootmoeder van de kinderen, tezamen en in vereniging met anderen en in georganiseerd verband verscheidene
ernstige strafbare feiten gepleegd.
9. De
betrokken autoriteiten hebben in strijd met de wet de Centrale Autoriteit
(HKBV, uitvoeringswet, Brussel II bis) buiten spel gezet is en hebben al haar
standpunten structureel genegeerd, terwijl deze als de autoriteit is aangesteld
met betrekking tot in het buitenland verblijvende kinderen.
10. Mr.A.M.de
Vries heeft naar aanleiding van de door de kinderrechter afgegeven beschikking
van 25 november 2011 op diezelfde dag aan de politie opdracht gegeven om de
kinderen, mogelijk verblijvende op het adres van grootmoeder aan de Rietgors nr
3-02. 9648 DM te Wildervank, gemeente Veendam , weg te halen. De politie heeft
de voordeur opengebroken. De politie was aldaar aanwezig met minstens twee
auto’s, terwijl ook de Raad voor de Kinderbescherming en Jeugdzorg met de nodig
automobielen zich bij het huis van grootmoeder hadden verzameld met als enig oogmerk de kinderen weg te
voeren. Nadat grootmoeder thuis was gekomen hebben zich opnieuw
politiefunctionarissen vervoegd op het adres tezamen met medewerkers van
jeugdzorg en de Raad. Grootmoeder werd vals beschuldigd van medewerking aan
kinderontvoering en onder zware druk gezet ervoor zorg te dragen, dat de
kinderen werden overgedragen aan Jeugdzorg Groningen. Op de keukentafel werd
een exemplaar van de beschikking van 25
november 2011 achter gelaten.
11. Zo
er al sprake zou zijn geweest van een rechtsgeldige titel tot het gebruikmaken
van een machtiging tot uithuisplaatsing dan dient deze beschikking eerst
ingevolge art 430 lid 3 Rv en art 28 Brussel II bis betekend dienen te worden
aan het adres van de in Duitsland wonende ouders.
Vervolgens had de Duitse rechter op verzoek
van Jeugdzorg de rechtsgeldigheid van die beschikking moeten toetsen en had
ingevolge het HKOV en Brussel II bis een procedure gestart moeten worden,
indien er sprake zou zijn geweest van kinderontvoering. (verwezen wordt naar de
inmiddels door de Nederlandse rechter
erkende beschikking van de Duitse rechtbank te Celle (23 F 23035.15) van 4
maart 2015.De machtiging uithuisplaatsing van 25 november 2011 en de
beschikking van 14 december 2011 waren onvoldoende grondslag om tot een legale
overbrenging van de kinderen uit Duitsland naar Nederland te komen. Daar waren
alle betrokken autoriteiten zich terdege van bewust.
12. In
art 813 lid 1 sub c en art 13 van de politiewet handelt de politie bij
assistentie bij uithuisplaatsingen op aanwijzing van de officier van Justitie.
(A.M. de Vries) Normaliter heeft de
deurwaarder de bevoegdheid desnodig de assistentie van de politie te verzoeken
bij de tenuitvoerlegging van betekende beschikkingen. Die bevoegdheid
politieassistentie in te roepen is bij uithuisplaatsingen opgedragen aan de
officier en die moet beoordelen of politiegeweld geoorloofd en geboden is
(noodzakelijkheids- en subsidiariteitvereiste).
Politieassistentie kan alleen nadat op rechtsgeldige wijze de
beschikking ingevolge 430 lid 3 Rv is betekend aan de ouders en o.a. 28 Brussel
II bis en het HKOV zijn nagekomen en nadat gebleken zou zijn dat de ouders niet
in der minne bereid waren de kinderen over te dragen. Indien de kinderen bij
grootmoeder verbleven dan had ook eerst de beschikking aan grootmoeder moeten worden
betekend. Vaststaat dat de kinderen op geen enkele manier bij grootmoeder in
gevaar verkeerden.
13. De
officier van justitie mr. A.M. de Vries en de betreffende politiefunctionarissen
en medewerkers van Jeugdzorg en de Raad voor de kinderbescherming hebben
onbevoegd op getreden en hebben zich schuldig gemaakt op 25 november 2011 aan
ernstige strafbare feiten, zoals
huisvredebreuk, poging kinderontvoering, bedreiging en het uiten van valse
beschuldigingen etc .
14. De
officier van justitie mr A.M. de Vries heeft jeugdzorg ertoe aangezet om valse aangifte te doen tegen de ouders
en heeft op 6 december 2011, een dag voor de geplande zitting voor verhoor van
de ouders ex art 800 Rv, valselijk een arrestatiebevel uit doen gaan. Er kon immers geen verdenking zijn van enig
strafbaar feit door de ouders vóór de rechtsgeldige bekendmaking en de
rechtsgeldige ten uitvoerlegging van de beschikking. Er was ook door jeugdzorg een afspraak
geregeld tussen moeder en haar werkgever (ziekenhuis te Groningen) in december 2011. De bedoeling van de arrestatiebevelen was dat als de ouders naar
de zitting zouden komen of als moeder
naar de afspraak bij haar werkgever zou gaan, de ouders van hun vrijheid zouden
beroofd om hen vervolgens onder druk te zetten de kinderen aan jeugdzorg af te
staan. De ouders waren door het optreden van de politie, jeugdzorg en de Raad
op 25 november 2011 bevreesd, naar achteraf gebleken terecht, dat zij zouden worden
gearresteerd als zij naar Nederland zouden komen. Er is sprake van onbevoegd handelen en
misbruik van haar bevoegdheid door mr.
A.M. de Vries met het doel kinderen te
ontvoeren dan wel af te dwingen.
15. De
aangifte die aanvankelijk werd gedaan bevat geen aanduiding van een strafbaar
feit en moest op aandringen van mr de Vries aangepast worden als ware er sprake
van een verdenking van onttrekking aan het gezag. De
officier van Justitie heeft de verdenking
van de onttrekking aan het gezag gecreëerd tegen de ouders. Die verdenking
berustte niet op de feiten. Zij heeft op haar valse verdenking het arrestatiebevel van 6 december 2011 en het
Europese arrestatiebevel van 27 december 2011 gegrond met het oogmerk de kinderen
met geweld te ontvoeren.
16. Mevr
de Vries heeft Bureau Jeugdzorg er toe aangezet ook in Duitsland valse aangifte
wegens kinderontvoering te doen. Dit alles met het doel de Duitse autoriteiten
te doen geloven dat er sprake was van kinderontvoering door de ouders naar
Duitsland met het oog op het verkrijgen van Europese arrestatiebevelen en met
het oogmerk de overbrenging van de kinderen naar Nederland te realiseren in
strijd met de dwingendrechtelijke bepalingen in het HKOV en Brussel II bis en
de overbrenging zonder de voorgeschreven rechterlijke toetsing door de Duitse
rechter te laten plaatsvinden.
17. In
de omschrijving in het Europese arrestatiebevel van 27 december 2011 staat :
“Verdachte
heeft samen met haar echtgenoot Paul Alexander VADER, geboren 6 juli 1979, haar
3 minderjarige kinderen geboren in 2007,2008, en 2009 meegenomen naar
Duitsland, terwijl de rechtbank beslist heeft dat de kinderen uit huis moesten
worden geplaatst en onder het gezag van de jeugdbescherming zouden komen.
Hiermee heeft zij samen met haar echtgenoot de kinderen onttrokken aan het
wettelijk gezag van de jeugdbescherming.”
Dit is een
bedrieglijke voorstelling van zaken omdat vaststond en mevrouw de Vries
dat wist, dat de ouders al begin november 2011 en ingeschreven op 23 november
2011 naar Duitsland waren verhuisd en er geen sprake was van een wettelijk
gezag van de jeugdbescherming.
18. Ook
in het rechtshulpverzoek van 16 maart
2012 verzuimt Mevrouw de Vries te vermelden dat de ouders met de kinderen
begin november 2011 naar Duitsland waren verhuisd en dat zij zich met de
kinderen vanaf 23 november 2011 op het adres Lattenberg 10 hadden laten
inschrijven en op diezelfde dag waren uitgeschreven uit Stadskanaal en dat dat
de reden was waarom het gezin op 25 november 2011 niet meer in Nederland werd
aangetroffen. Het geven van een valse voorstelling van zaken en het verzwijgen
van relevante feiten is bedrog en is typerend voor de wijze, waarmee de ouders en kinderen VADER/MOEDER door de betrokken
autoriteiten en jeugdzorg zijn en worden
bejegend.
19. Daarnaast
moet het gaan bij Europese Arrestatie bevelen en overlevering ingevolge het
HKOV en Brussel II bis om gezagsbeslissingen (opschorting van het
gezag, (voorlopige) voogdij).
20. Daartoe
heeft mr de Vries valse vertalingen in het Duits laten
op maken van de beschikkingen van 25 november 2011 en 14 december 2011, waarbij
zij doet voorkomen alsof er sprake is van door de rechtbank getroffen voogdijvoorzieningen.(gezagsvoorzieningen)
(Amtsvormundschaft) Dit alles in
gezamenlijk overleg met jeugdzorg en de Raad.
21. De
officier laat weten ,blijkens de contactjournaals, alleen ervoor te kunnen zorgdragen, dat de
ouders worden gearresteerd, waardoor er een gezagsvacuüm wordt gecreëerd, zodat
het Jugendamt in Duitsland de kinderen onder haar hoede kon nemen en de grens overzetten. De
officier raadt Jeugdzorg aan met het
Jugendamt te regelen dat de kinderen worden weggehaald bij de ouders en naar
Nederland overgebracht. Dezelfde handelswijze
is ook toegepast door mr van der Spek in januari 2015, maar de
overbrenging van de kinderen naar Nederland is toen voorkomen, doordat de
ouders de geplande illegale overlevering van de kinderen bij de rechter in
Duitsland hebben kunnen aanvechten. Zie
uitspraak van de rechtbank te Celle van 4 maart 2015. En de ouders ervoor
hebben “gekozen “ gedetineerd te blijven boven het “vrijwillig” afgeven van de
kinderen aan Jeugdzorg.
22. Na
het bericht dat de kinderen door toedoen van mr Flinterman op 27 december 2011
in handen waren van Jeugdzorg heeft mr. de Vries de Europese arrestatiebevelen
“ingetrokken”. Het doel van het arrestatiebevelen op 6 december 2011 en alle
volgende Europese Arrestatie bevelen was
derhalve zonneklaar: kinderontvoering met geweld.
23. Het
laatste Europese arrestatiebevel d.d. 16 juli 2014 van de officier van justitie
T.Akkerman omschrijft het aan de ouders verweten strafbare feit aldus:
Verdachte
heeft op 28 september 2012 omstreeks 11.30 uur haar/zijn 3 minderjarige kinderen onttrokken aan het wettelijk over hen gestelde gezag
in de zin van art 279 van het wetboek van strafrecht.
Ook dit is een valse voorstelling van zaken omdat
de ouders altijd het gezag hebben gehouden.
24. Zonder
de valse vertalingen van de beschikkingen van 25 november en 14 december 2011
hadden de officieren van justitie mr.A. de Vries en haar opvolgers Severs,
Akkermans en van der Spek nooit Europese
arrestatiebevelen en de overlevering van de ouders kunnen bewerkstelligen,
omdat een machtiging tot uithuisplaatsing en een ondertoezichtstelling nimmer
tot een EAB kan leiden.
25. Sinds
oktober 2012 tot op heden is
herhaaldelijk dringend verzocht tot en met een kort geding aan toe om
volledige overlegging van de stukken met betrekking tot de arrestatiebevelen.
Tot op heden is dat altijd geweigerd. Eerst in oktober 2014 hebben cliënten het
gebruik van de door het Openbaar Ministerie opgemaakte valse vertalingen (niet
ambtsedige) door het openbaar ministerie en Jeugdzorg van de beschikkingen kunnen achterhalen.
26. Jeugdzorg
Groningen heeft vanaf 25 november 2011 op aanraden van de officier van justitie
de Vries het Jugendamt bewerkt met valse
mededelingen ( over de aard van tussen de ouders bestaande conflicten, over de
gevaren van de zijde van de ouders voor de kinderen (familiedrama) en over een
definitieve voogdijvoorziening) om de kinderen uit huis te plaatsen. Het Jugendamt zag geen grond de kinderen weg te halen bij de
ouders zonder toestemming van de Duitse rechter. De medewerkers Luitelaar en
Klooster hebben in opdracht van de heer Sitalsing kinderrechter mr Flinterman
benaderd en haar verzocht om, buiten
Brussel II bis en het HKOV om, de overlevering van de kinderen vanuit Duitsland
te bewerkstelligen door contact op te nemen met de Duitse kinderrechter mr
Arlinghaus.
27. Mr
Flinterman heeft ervoor zorg gedragen dat mr Arlinghaus het Jugendamt het
groene licht gaf aan het Jugendamt de kinderen uit huis te plaatsen en over te
brengen naar Nederland zonder dat op straffe van verval van de uithuisplaatsing
ingevolge 42 SGB VIII binnen 1 dag na de uithuisplaatsing deze is getoetst door
een rechter. Valselijk heeft ook mr.
Flinterman mr Arlinghaus medegedeeld dat de ouders de kinderen naar Duitsland
hebben ontvoerd en dat voor een familiedrama moest worden gevreesd.
28. Mr
Flinterman heeft van haar voornemen de kinderen op deze wijze uit Duitsland weg
te halen de liaisonrechter te Den Haag op de hoogte gesteld. Die was zo
vriendelijk als reactie een “interne handleiding” toe te sturen ten behoeve van
Bureau Jeugdzorg. De liaisonrechter was van de betrokkenheid van mr Flinterman
bij kinderontvoering op de hoogte toen deze te oordelen had over het
teruggeleidingsverzoek van de zijde van de ouders d.d. 19 juni 2012. De enige
procespartij die over de betrokkenheid van mr Flinterman bij de overbrenging
van de kinderen uit Duitsland in onwetendheid is gelaten waren de ouders. Het
teruggeleidingsverzoek is afgewezen.
29. De
kinderen zijn op 23 december 2011 in een kindertehuis geplaatst onder dreiging
de ouders te arresteren en op 27 december 2011 de kinderen de grens overgezet
en aan de politie en jeugdzorg overgedragen. Deze bemoeienis van kinderrechters
bij de tenuitvoerlegging van beschikkingen van 25 november en 14 december 2011
kan niet anders dan als medeplegen van kinderontvoering met geweld worden gekwalificeerd en is om
meerdere reden onrechtmatig en strafbaar.
30. Mevrouw
MOEDER is op 12 januari 2015 aangehouden, toen zij zich met grootmoeder
vervoegde bij het Jugendamt teneinde de impasse te bespreken ontstaan door de
Europese Arrestatiebevelen en de school gang van de kinderen. Het tweede doel
was inzage in de dossiers te verkrijgen ten einde inzicht te krijgen in wijze,
waarop de Europese Arrestatiebevelen tot stand waren gekomen en de wijze,
waarop er met het Jugendamt over de ouders en de kinderen was gecommuniceerd.
Dit laatste is haar geweigerd. Zij zijn ingesloten totdat de politie aanwezig
was, die haar arresteerde op grond van het Europese Arrestatiebevel. De
volgende dag is de heer MOEDER gearresteerd en zijn de kinderen uit huis
geplaatst , ondanks het feit dat grootmoeder aanwezig was en uitstekend voor de
kinderen kon zorgen. Volgens het Jugendamt kregen zij de opdracht van de heer
Sitalsing en de officier van der Spek de kinderen gescheiden te houden van de
ouders en grootmoeder, omdat het de bedoeling was de kinderen definitief uit
hun ouderlijk omgeving weg te halen. Grootmoeder heeft slechts een keer de
kinderen in het tehuis mogen bezoeken.
31. De
officier van Justitie mr. van de Spek heeft geregeld dat de Groningse rechter
,mr. Claus, de voorlopige voogdij over de kinderen uitspraak, omdat het
Jugendamt een voorziening in het gezag verlangde om de kinderen over te brengen
en er anders geen rechtsgrond zou zijn de ouders in overleveringsdetentie te
houden. Die voorlopige voogdij is door de rechtbank en het gerechtshof
onrechtmatig in stand gehouden, totdat deze op 9 april 2015, na de vrijlating
van de ouders door de rechtbank Groningen op 11 maart 2015, is vernietigd.
32. Op
24 februari 2015 zijn de ouders naar Nederland overgeleverd voor de
kinderontvoering vanaf 28 september 2012. Op 27 februari 2015 heeft de RC mr
Janssens voor twee kinderontvoeringen ( ook vanaf 23 nov 2011 tot en met 24
december 2011) de bewaring gelast op
grond van de kans op herhaling. Tijdens de zitting bij de RC bleek dat noch de
officier van Justitie noch de heer Vogelaar van de politie de hen door de
raadsman op 24 februari 2015 toegestuurde stukken betrekking hebbend op deze
zaak niet in het voorgeleidingsdossier hadden gevoegd, waardoor de Rechter-
commissaris niet juist was voorgelicht en de voorgeleiding een farce werd. Op
11 maart 2015 vond in de raadkamer de zitting plaats. De officier van justitie
vorderde de gevangenhouding. Op 5 maart 2015 was de officier van justitie op de
hoogte van de beschikking van de rechtbank te Celle van 4 maart 2015. De
officier van Justitie heeft gezwegen over deze ook voor de voortzetting van de
detentie relevante beschikking. Ook dat is geen integere bejegening van de
ouders zoals je die van een behoorlijk functionerende officier van justitie mag
verwachten. Op 14 maart 2015 zijn ouders en kinderen weer met elkaar herenigd
er zijn geen kinderbeschermingsmaatregelen nodig gevonden door het Duitse
Jugendamt.
33. Naar
aanleiding van de opnieuw gedane aangifte van mijn cliënten op 4 maart 2015
heeft J.R. Eland, de hoofdofficier van justitie op 15 maart 2015 bericht dat de
aangeklaagde functionarissen, instanties en personen slechts naar eer en
geweten uitvoering hebben gegeven aan hun taken en werkzaamheden . Er is
volgens hem op geen enkele wijze gebleken dat zij zich schuldig hebben gemaakt
aan enig strafbaar feit en weigert een rijksrecherche onderzoek.
34. De
ouders achten het onaanvaardbaar dat hun vervolging en berechting in Nederland
plaats zal vinden en dat het openbaar ministerie Noord Nederland hen vervolgt
en het proces aanstuurt en dat mevr. A.M. de Vries de zaaksofficier is.
35. Er
zijn voldoende aanwijzingen van ernstige strafbare feiten en misbruik van
bevoegdheid door de autoriteiten in Nederland en Duitsland en er is voldoende
reden een onafhankelijk (strafrechtelijk en integriteits-) onderzoek door de
Rijksrecherche te laten plaatsvinden in deze Nederlandse Dreyfusaffaire.
36. Voorts
stellen de heer VADER en mevrouw MOEDER
en mevrouw OMA de Staat aansprakelijk voor alle schade die zij en de kinderen
hebben geleden vanaf 25 november 2011 als gevolg van de getroffen
kinderbeschermingsmaatregelen, de kinderontvoeringen, de wederrechtelijke
vrijheidsberoving de onrechtmatige arrestatiebevelen etc.
37. De
ouders hebben nog steeds geen uitkering van de Duitse autoriteiten ontvangen,
de Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg hebben te betaling van
een voorschot op de schadevergoeding afgewezen. De ouders verkeren in grote
financiële nood. De ouders en grootmoeder hebben naast financiële problemen ook
gespecialiseerde hulp nodig voor de begeleiding van hen zelf en de kinderen bij
de verwerking van de opgelopen trauma’s als gevolg van de geschetste jarenlange
vervolging door de kinderbescherming, jeugdzorg en het openbaar ministerie.
Met verzoek:
A. het
openbaar ministerie Noord Nederland te
bevelen de strafrechtelijke vervolging van de ouders onmiddellijk te staken dan
wel de vervolging over te dragen aan het Generalstaatsanwaltschaft te
Oldenburg.
B. de
rijksrecherche een onderzoek te laten doen naar en te rapporteren over de gang
van zaken en de handelswijze en besluitvorming van alle betrokken autoriteiten
en Jeugdzorg en het Jugendamt vanaf november 2011 samenhangend met de kinderen VADER/MOEDER
en strafrechtelijke vervolging van de ouders, de gang van zaken rond de
Europese arrestatiebevelen etc.
C. naar
aanleiding van het onderzoek door de Rijksrecherche de geëigende maatregelen te
nemen, waaronder strafvervolging van al degenen die zich schuldig hebben
gemaakt aan strafbare feiten.
D. de
Staat binnen 14 dagen een voorschot op de schadevergoeding over te maken van €
100.000,- op de derdengeldrekening van het advocatenkantoor Struycken
Hoogachtend,
H.F.M Struycken
c.c. mr. G.Eelsing, hoofd strafsector
rechtbank Groningen, Hoofdofficier mr.J.R.Eland, officier van justitie mr A. M
de Vries
Bijlagen:
1.
afschrift
van de brief van 8 november 2013 aan het college van procureurs generaal
2.
de
brief van 21 september 2015 van de zijde van VADER/MOEDER aan mrs Eland/de
Vries
3.
de
brief van 23 september 2015 van de zijde van VADER/MOEDER aan mrs Eland/de
Vries
4.
De
erkende beschikking van de rechtbank te Celle d.d. 4 maart 2015
5.
de
uitspraak van de Hoge Raad van 28 februari 2014
6.
de
aanmaning van 24 09 2015 van de zijde van VADER/MOEDER aan mrs Eland/de Vries
7.
de
reactie van de ovj mr A.M. De Vries van 29 september 2015
8.
de
brief van 5 oktober 2015 van de zijde van VADER/MOEDER aan mrs Eland/de Vries
9.
de
brieven van 6 oktober 2015 van de zijde van VADER/MOEDER aan mrs Eland/de Vries
met contact journaal
10.
aanmaning
13 oktober 2015 de Rijksrecherche in te schakelen
11.
de vertalingen door het O.M. van de beschikkingen van 25 november en 14
december 2011
12.
het
Europees arrestatiebevel van 27 december 2011 van mr A.M.de Vries
13.
het
rechtshulpverzoek d.d. 16 maart 2012
14.
het
arrestatiebevel van 6 december 2011
15.
de
aangifte door Jeugdzorg van 6 en 8 december 2011
16.
de
contactjournaals van bureau jeugdzorg vanaf 24 november tot 4 januari 2012
17.
het
aanvullende beroepschrift van 29 juni 2015 Hof Leeuwarden met contactjournaals
Centrale autoriteit
18. verklaring van het Landkreis Emsland in mei 2012 omtrent de
mededelingen van Hielke Klooster op 22 december 2011 (defintieve
voogdijvoorziening)
Het
bovenstaande lijkt mij voor zich te spreken.
Toch roept het enige belangrijke vragen op:
1. SLAPEN alle andere advocaten:
zij accepteren immers al jarenlang niet rechtsgeldige uitspraken en protesteren
niet?
2. Is mr. Struycken de enige echt
wakkere advocaat die zijn nek uitsteekt?
UPDATE 06-01-2016
Het antwoord van het College van Procureurs Generaal is er een die gewoonweg alles slaat wat men zou denken... Ik schreef het volgende aan mr. Struycken:
Zeer geachte Huib,
Ik heb hier geen woorden voor: de wetten worden aan alle kanten overtreden en genegeerd door rechters en vervolgens zet het college PG in feite: 'er is niets aan de hand, wij doen niets fout'.. Heeft iets weg van een 'goede deal' met Teeven.... Ik denk er over ook maar eens een criminele carrière te starten... levert meer op dan een eerlijke bezigheid als ouder-ondersteuner, en misschien wil de nieuwe minister van V&J met mij ook een 'deal' sluiten!
Je begrijpt dat ik ook die brief van het OM graag wil publiceren. Zou jij, om dit makkelijk te anonimiseren, een versie in Word kunnen toesturen dan wel een versie waar de namen van de cliënten er uit gehaald zijn?
Bij voorbaat mijn dank,
Nico Mul
Het antwoord van mr. Struycken van 05-01-2016:
De naam van mijn cliënten mogen er in blijven staan. Ze willen zelfs geen onderzoek naar het bedrog dat evident is gepleegd door de officier van justitie. Het openbaar ministerie heeft dus een vrijbrief om kinderen te ontvoeren . Zelfs een onderzoek willen ze niet doen.
Hoe krijgen we de reguliere pers en politici zover dat ze zich sterk maken voor een onafhankelijk onderzoek.
Huib Struycken
Hier dus de herhaling van de oproep van mr. Struycken:
WELKE journalist / welk TV-programma, welk medium wil hier zij nek uitsteken en ONDERZOEKEN en PUBLICEREN????
Nico Mul
Ceterum
censeo BJZ esse delendam (naar Cato Maior)
meldpuntjeugdzorg@gmail.com