woensdag 25 november 2015

Jeugdrecht: zeer merkwaardige rechtsgang!

Vaak is er inmiddels geschreven over wetgeving en familierecht  en dubieuze rechterlijke uitspraken.  Zo zijn er veel schijnbaar onbegrijpelijke rechterlijke uitspraken en vele ouders kunnen gewoonweg fluiten naar hun rechten als ouders, informatierecht, normale omgang met hun kinderen en bovenal: de rechten van een kind op zijn/haar eigen ouders en een familieleven met hen + de ooms / tantes en grootouders….

In de zaak, waarover onderstaande gaat,  is sprake van ongeveer alles wat onrecht is van toepassing is en dit wordt toegedekt door de rechters.  Een paar voorbeelden; ouders wonen in Duitsland, de NL-rechter meent rechtsbevoegdheid te hebben. 
(Zie mijn eerdere artikel: "BJZ en de grenzeloze jacht op kinderen" )
Bij internationale zaken gaat de Centrale Autoriteit over eventuele teruggeleiding naar Nederland, hier regelt een rechter telefonisch een en ander met de buitenlandse politie/justitie.  Normaal dient een vonnis door een beëdigd tolk vertaald te worden, hier maakt men een vervalste vertaling om de buitenlandse justitie de indruk te geven dat ouders ontzet zijn uit hun gezag (dat was en is absoluut nooit het geval geweest). 
De NL-justitie wil strafvervolging wegens die 'ontvoering'… alleen er is nooit ontvoering geweest, omdat ouders gezag hadden! Er is nooit of te nimmer op rechtsgeldige wijze enig vonnis betekend… De NL justitie doet alsof dit het geval is.  Ondertussen gaat NL door met die ouders opjagen  (ouders en 3 kinderen zijn, na 4 jaar,  weer bij elkaar zónder buitenlandse 'jeugdzorg' (geen reden toe!!!)  en de ouders zijn nog gewoon bij elkaar! Meer dan 10 rechters, tot Hoge Raad aan toe, werkten mee aan deze ronduit schandalige zaak die slechts één doel had: kinderen onder de macht van de NL-'jeugdzorg' te houden, koste wat kost…

Een advocaat die zijn nek ver uitsteekt neemt het op voor die ouders en wil alleen maar dat er eens recht geschied in NL volgens de WET, vraagt aan het College Procureurs General om eens een diepgaand onderzoek in te laten stellen om onder andere het overtreden van wettelijke regels als dat art. 430 Rv.

Een rechterlijke uitspraak begint gewoonlijk met de bekendmaking daarvan.  Geen correcte bekendmaking, dan ook geen uitspraak…. Zo zegt de wet.  Ik plak hier eens één artikel van 'dwingend recht' uit het wetboek van Rechtsvordering, art. 430 (bron: www.wetboek-online.nl):

1 De grossen van in Nederland gewezen vonnissen, van beschikkingen van de Nederlandse rechter en van in Nederland verleden authentieke akten alsmede van andere bij de wet als executoriale titel aangewezen stukken kunnen in geheel Nederland worden ten uitvoer gelegd.

Even vertalen in gewoon Nederlands:
Een vonnis van een NL-rechter kan alleen in NL ten uitvoer worden gelegd  en zijn voorzien van het opschrift "in naam des Konings".  Deze uitspraken moeten worden uitgereikt door de deurwaarder: deze is immers de enige die een vonnis kan laten betekenen!

In het 'familierecht' ziet men vaak geen vonnis, geen rechtsgeldige betekening en worden kinderen vaak vanuit school weggerukt met behulp van de politie…. Dit terwijl de politiehulp alleen mag worden ingeroepen ter assistente van een deurwaarder (in dit soort gevallen).

In de praktijk is het vaak veel anders. Ik geef u daarom hierbij het werkstuk van advocaat mr. H. Struycken, in een geanonimiseerde vorm.  Hij zal dit op 27-11-2015 te Den Haag gaan bepleiten.
(Zie vooral het handelen van de rechter mw. mr. Flinterman / Groningen)

SPOED !!!!!
College van
 procureurs-generaal
Prins Clauslaan 16
2595 AJ Den Haag
.

 
 


Mr Huib Struycken                                                                           
Mr David Peters
Mr Jory Sneller
Mr drs Karin van Lotringen
Mr Huib Vissers
Mr Mary Issa

in samenwerking met
Mr Vincent Kraal 


Amsterdam 29 oktober 2015
Betreft: VADER/MOEDER
Parketnummers 18.830054-15 en 18.830055-15

Hoogedelachtbaar college,
1.    Al eerder heb ik mij tot het college gewend in verband met gemelde zaak. Bijgaand treft u bijvoorbeeld mijn brief van 8 november 2013. Vanaf juni 2012 is tevergeefs door cliënten, de heer en mevrouw MOEDER en mevrouw OMA, herhaaldelijk verzocht om een onafhankelijk strafrechtelijk en integriteitsonderzoek door de Rijksrecherche in verband met de kinderontvoering van de kinderen van mijn cliënten, gijzeling , valsheid in geschrifte en kindermishandeling etc..
Bijgaand treft u recente correspondentie met de Hoofdofficier J.R.Eland en mr A.M.de Vries, naar de inhoud waarvan ik gaarne wil verwijzen.

2.    Mijn cliënten kunnen niet verschijnen voor de Groningse rechter op 14 december 2015 en zijn van oordeel dat zij niet vervolgd kunnen worden voor onttrekking aan het gezag  van hun kinderen en zeker niet  zonder dat de Rijksrecherche voordien een gedegen onderzoek heeft gedaan naar het al of niet in georganiseerd verband plegen  jegens hen van kinderontvoering, wederrechtelijke vrijheidsberoving ,huisvredebreuk  geweldpleging, valsheid in geschrifte, bedrog  en kindermishandeling etc. door Jeugdzorg en de betrokken autoriteiten.

3.    De rechtbank Groningen heeft opnieuw  het verzoek de vervolging van de ouders te beëindigen afgewezen, nu omdat de zaaksofficier van Justitie  mr A.M. de Vries aangekondigd heeft mijn cliënten te dagvaarden voor de Groningse rechtbank op 14 december 2015  inzake onttrekking aan het gezag.

4.    Mevrouw A.M. de Vries  stelt in haar schrijven van 29 september 2015, waarin zij de overdracht van de strafvervolging van de ouders  aan de autoriteiten in Duitsland weigert, dat er sprake zou zijn van gezagsbeschikkingen van de Nederlandse rechter, die mijn cliënten naast zich neer hebben gelegd , op grond waarvan zij ook voor diezelfde Nederlandse rechter,  dienen te worden gedagvaard.  Er zijn geen gezagsbeschikkingen geweest en de tijdelijke gezinsondersteunende maatregelen zoals ondertoezichtstelling en de machtiging uithuisplaatsing, die er ten aanzien van de kinderen zijn genomen, zijn onbevoegd genomen en als onrechtmatig te kwalificeren.

5.    Deze maatregelen zijn niet, zoals dwingendrechtelijk voorgeschreven in art 430 lid 3 Rv en art 28 Brussel II Bis van te voren betekend en zijn niet rechtsgeldig  ten uitvoer gelegd. Het argument van de ouders  is juist dat de Duitse rechter in de strafzaak, voor wie zij wel zullen verschijnen, tot een meer onafhankelijk oordeel zal komen  dan de Nederlandse rechter, die al op voorhand in strijd met art 6 EVRM tot een oordeel tot in hoogste instantie is gekomen, dat de ouders hun kinderen op 28 september 2012 hebben ontvoerd en dat de kinderen ondanks emigratie naar Duitsland vanaf november 2011 tot heden in Nederland hun woonplaats hebben behouden. Zowel het gerechtshof Den Bosch als het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en de rechtbank Groningen hebben hun bevoegdheid op door de ouders op 28 september 2012 gepleegde kinderontvoering gebaseerd. Ook de rechtbank en Hof  Den Haag gaan uit van een illegale overbrenging door de ouders van de kinderen naar Duitsland.  Meer dan 100 rechters inclusief de Hoge raad en de advocaat generaal hebben geweigerd hun bevoegdheid op grond van de feiten te beoordelen en de kinderontvoering van uit Duitsland in december 2011 door rechter, officieren van justitie en Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming op grond van de feiten bij de beoordelingen te betrekken. De enig autoriteit die wel  van de legitieme verhuizing van de kinderen en de woonplaats van de kinderen in Duitsland is uitgegaan is de Centrale Autoriteit geweest.

6.    De ouders  zijn met hun drie jonge dochters  begin november 2011 naar Duitsland geëmigreerd en hebben zich aldaar laten inschrijven op 23 november 2011 op het adres STRAAT 10,  te PLAATS (Duitsland) . De Raad voor de kinderbescherming heeft op 24 november 2011 een verzoek tot ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing bij de rechtbank Groningen  ingediend, welke verzoeken niet door de griffier zijn doorgezonden naar de ouders, zoals ingevolge Brussel II bis verplicht. Evenmin zijn de ouders opgeroepen voor de zitting van 7 december 2011, waar deze verzoeken zouden zijn behandeld. De ouders zijn ook niet opgeroepen voor de zitting op 20 januari 2015 voor het op grond van art 800 Rv verplichte verhoor. De (gedetineerde) ouders zijn niet op de zitting op 7 december 2011 bij kinderrechter Bosker verschenen en evenmin op de zitting van 20 januari 2015 voor mr K.R.Bosker, M.J. Oostveen en S.Timmermans

7.    De op 24 november 2011 ingediende verzoeken en het verzoek tot een voorlopige machtiging uithuisplaatsing dat op 25 november 2011 is ingediend, zijn ingediend door de Raad voor de Kinderbescherming in de wetenschap, dat deze verzoeken ingevolge art 8 Brussel II Bis niet bij de bevoegde rechter in Nederland werden ingediend en hadden op het oog de kinderen te onttrekken aan het legitieme gezag van de ouders, die in Duitsland woonden,  wanneer de kinderen bij grootmoeder in Nederland zouden logeren.
De kinderrechter Mr L.C. Bosch is aan de wens van de Raad tegemoet gekomen en heeft, zonder ingevolge art 17 Brussel II bis haar bevoegdheid te toetsen, onbevoegd op 25 november 2011 de voorlopige machtiging tot uithuisplaatsing van naar Duitsland geëmigreerde kinderen aan Jeugdzorg Groningen  afgegeven.

8.    De officier van justitie mr A.M. de Vries heeft vanaf 25 november 2011 zich bezig gehouden de kinderen onder de hoede te brengen van jeugdzorg en heeft in de ogen van de ouders en mevrouw OMA, grootmoeder van de kinderen,  tezamen en in vereniging met anderen  en in georganiseerd verband verscheidene ernstige strafbare feiten gepleegd.

9.    De betrokken autoriteiten hebben in strijd met de wet de Centrale Autoriteit (HKBV, uitvoeringswet, Brussel II bis) buiten spel gezet is en hebben al haar standpunten structureel genegeerd, terwijl deze als de autoriteit is aangesteld met betrekking tot in het buitenland verblijvende kinderen. 

10. Mr.A.M.de Vries heeft naar aanleiding van de door de kinderrechter afgegeven beschikking van 25 november 2011 op diezelfde dag aan de politie opdracht gegeven om de kinderen, mogelijk verblijvende op het adres van grootmoeder aan de Rietgors nr 3-02. 9648 DM te Wildervank, gemeente Veendam , weg te halen. De politie heeft de voordeur opengebroken. De politie was aldaar aanwezig met minstens twee auto’s, terwijl ook de Raad voor de Kinderbescherming en Jeugdzorg met de nodig automobielen zich bij het huis van grootmoeder hadden verzameld met als enig oogmerk de kinderen weg te voeren. Nadat grootmoeder thuis was gekomen hebben zich opnieuw politiefunctionarissen vervoegd op het adres tezamen met medewerkers van jeugdzorg en de Raad. Grootmoeder werd vals beschuldigd van medewerking aan kinderontvoering en onder zware druk gezet ervoor zorg te dragen, dat de kinderen werden overgedragen aan Jeugdzorg Groningen. Op de keukentafel werd een exemplaar  van de beschikking van 25 november 2011 achter gelaten.

11. Zo er al sprake zou zijn geweest van een rechtsgeldige titel tot het gebruikmaken van een machtiging tot uithuisplaatsing dan dient deze beschikking eerst ingevolge art 430 lid 3 Rv en art 28 Brussel II bis betekend dienen te worden aan het adres van de in Duitsland wonende ouders.
Vervolgens had de Duitse rechter op verzoek van Jeugdzorg de rechtsgeldigheid van die beschikking moeten toetsen en had ingevolge het HKOV en Brussel II bis een procedure gestart moeten worden, indien er sprake zou zijn geweest van kinderontvoering. (verwezen wordt naar de inmiddels  door de Nederlandse rechter erkende beschikking van de Duitse rechtbank te Celle (23 F 23035.15) van 4 maart 2015.De machtiging uithuisplaatsing van 25 november 2011 en de beschikking van 14 december 2011 waren onvoldoende grondslag om tot een legale overbrenging van de kinderen uit Duitsland naar Nederland te komen. Daar waren alle betrokken autoriteiten zich terdege van bewust.

12. In art 813 lid 1 sub c en art 13 van de politiewet handelt de politie bij assistentie bij uithuisplaatsingen op aanwijzing van de officier van Justitie. (A.M. de Vries)  Normaliter heeft de deurwaarder de bevoegdheid desnodig de assistentie van de politie te verzoeken bij de tenuitvoerlegging van betekende beschikkingen. Die bevoegdheid politieassistentie in te roepen is bij uithuisplaatsingen opgedragen aan de officier en die moet beoordelen of politiegeweld geoorloofd en geboden is (noodzakelijkheids- en subsidiariteitvereiste).  Politieassistentie kan alleen nadat op rechtsgeldige wijze de beschikking ingevolge 430 lid 3 Rv is betekend aan de ouders en o.a. 28 Brussel II bis en het HKOV zijn nagekomen en nadat gebleken zou zijn dat de ouders niet in der minne bereid waren de kinderen over te dragen. Indien de kinderen bij grootmoeder verbleven dan had ook eerst de beschikking aan grootmoeder moeten worden betekend. Vaststaat dat de kinderen op geen enkele manier bij grootmoeder in gevaar verkeerden.

13. De officier van justitie mr. A.M. de Vries en de betreffende politiefunctionarissen en medewerkers van Jeugdzorg en de Raad voor de kinderbescherming hebben onbevoegd op getreden en hebben zich schuldig gemaakt op 25 november 2011 aan ernstige  strafbare feiten, zoals huisvredebreuk, poging kinderontvoering, bedreiging en het uiten van valse beschuldigingen etc  .

14. De officier van justitie mr A.M. de Vries heeft jeugdzorg ertoe aangezet om valse aangifte te doen tegen de ouders en heeft op 6 december 2011, een dag voor de geplande zitting voor verhoor van de ouders ex art 800 Rv, valselijk een arrestatiebevel uit doen gaan. Er  kon immers geen verdenking zijn van enig strafbaar feit door de ouders vóór de rechtsgeldige bekendmaking en de rechtsgeldige ten uitvoerlegging van de beschikking.  Er was ook door jeugdzorg een afspraak geregeld tussen moeder en haar werkgever (ziekenhuis te Groningen) in  december 2011.  De bedoeling van de  arrestatiebevelen was dat als de ouders naar de zitting zouden komen of  als moeder naar de afspraak bij haar werkgever zou gaan, de ouders van hun vrijheid zouden beroofd om hen vervolgens onder druk te zetten de kinderen aan jeugdzorg af te staan. De ouders waren door het optreden van de politie, jeugdzorg en de Raad op 25 november 2011 bevreesd, naar achteraf gebleken terecht, dat zij zouden worden gearresteerd als zij naar Nederland zouden komen.  Er is sprake van onbevoegd handelen en misbruik van haar bevoegdheid door  mr. A.M. de Vries  met het doel kinderen te ontvoeren dan wel af te dwingen.

15. De aangifte die aanvankelijk werd gedaan bevat geen aanduiding van een strafbaar feit en moest op aandringen van mr de Vries aangepast worden als ware er sprake van een verdenking van onttrekking aan het gezag.  De officier van Justitie heeft de verdenking van de onttrekking aan het gezag gecreëerd tegen de ouders. Die verdenking berustte niet op de feiten. Zij heeft op haar valse verdenking het  arrestatiebevel van 6 december 2011 en het Europese arrestatiebevel van 27 december 2011 gegrond met het oogmerk de kinderen met geweld te ontvoeren.

16. Mevr de Vries heeft Bureau Jeugdzorg er toe aangezet ook in Duitsland valse aangifte wegens kinderontvoering te doen. Dit alles met het doel de Duitse autoriteiten te doen geloven dat er sprake was van kinderontvoering door de ouders naar Duitsland met het oog op het verkrijgen van Europese arrestatiebevelen en met het oogmerk de overbrenging van de kinderen naar Nederland te realiseren in strijd met de dwingendrechtelijke bepalingen in het HKOV en Brussel II bis en de overbrenging zonder de voorgeschreven rechterlijke toetsing door de Duitse rechter te laten plaatsvinden.

17. In de omschrijving in het Europese arrestatiebevel van 27 december 2011 staat :
Verdachte heeft samen met haar echtgenoot Paul Alexander VADER, geboren 6 juli 1979, haar 3 minderjarige kinderen geboren in 2007,2008, en 2009 meegenomen naar Duitsland, terwijl de rechtbank beslist heeft dat de kinderen uit huis moesten worden geplaatst en onder het gezag van de jeugdbescherming zouden komen. Hiermee heeft zij samen met haar echtgenoot de kinderen onttrokken aan het wettelijk gezag van de jeugdbescherming.”
Dit is een  bedrieglijke voorstelling van zaken omdat vaststond en mevrouw de Vries dat wist, dat de ouders al begin november 2011 en ingeschreven op 23 november 2011 naar Duitsland waren verhuisd en er geen sprake was van een wettelijk gezag van de jeugdbescherming.

18. Ook in het rechtshulpverzoek van  16 maart 2012 verzuimt  Mevrouw de Vries  te vermelden dat de ouders met de kinderen begin november 2011 naar Duitsland waren verhuisd en dat zij zich met de kinderen vanaf 23 november 2011 op het adres Lattenberg 10 hadden laten inschrijven en op diezelfde dag waren uitgeschreven uit Stadskanaal en dat dat de reden was waarom het gezin op 25 november 2011 niet meer in Nederland werd aangetroffen. Het geven van een valse voorstelling van zaken en het verzwijgen van relevante feiten is bedrog en is typerend voor  de wijze, waarmee de ouders en  kinderen VADER/MOEDER door de betrokken autoriteiten en jeugdzorg zijn en worden  bejegend.

19. Daarnaast moet het gaan bij Europese Arrestatie bevelen en overlevering ingevolge het HKOV en Brussel II bis  om gezagsbeslissingen (opschorting van het gezag, (voorlopige) voogdij).

20. Daartoe heeft mr  de Vries valse  vertalingen in het Duits  laten op maken van de beschikkingen van 25 november 2011 en 14 december 2011, waarbij zij doet voorkomen alsof er sprake is van door de rechtbank getroffen voogdijvoorzieningen.(gezagsvoorzieningen) (Amtsvormundschaft) Dit alles in gezamenlijk overleg met jeugdzorg en de Raad.

21. De officier laat weten ,blijkens de contactjournaals,  alleen ervoor te kunnen zorgdragen, dat de ouders worden gearresteerd, waardoor er een gezagsvacuüm wordt gecreëerd, zodat het Jugendamt in Duitsland de kinderen onder haar  hoede kon nemen en de grens overzetten. De officier  raadt Jeugdzorg aan met het Jugendamt te regelen dat de kinderen worden weggehaald bij de ouders en naar Nederland overgebracht. Dezelfde handelswijze  is ook toegepast door mr van der Spek in januari 2015, maar de overbrenging van de kinderen naar Nederland is toen voorkomen, doordat de ouders de geplande illegale overlevering van de kinderen bij de rechter in Duitsland hebben kunnen aanvechten.  Zie uitspraak van de rechtbank te Celle van 4 maart 2015. En de ouders ervoor hebben “gekozen “ gedetineerd te blijven boven het “vrijwillig” afgeven van de kinderen aan Jeugdzorg.

22. Na het bericht dat de kinderen door toedoen van mr Flinterman op 27 december 2011 in handen waren van Jeugdzorg heeft mr. de Vries de Europese arrestatiebevelen “ingetrokken”. Het doel van het arrestatiebevelen op 6 december 2011 en alle volgende  Europese Arrestatie bevelen was derhalve zonneklaar: kinderontvoering met geweld.

23. Het laatste Europese arrestatiebevel d.d. 16 juli 2014 van de officier van justitie T.Akkerman omschrijft het aan de ouders verweten strafbare feit aldus:
Verdachte heeft op 28 september 2012 omstreeks 11.30 uur haar/zijn  3 minderjarige kinderen onttrokken aan het wettelijk over hen gestelde gezag in de zin van art 279 van het wetboek van strafrecht.
Ook dit is een valse voorstelling van zaken omdat de ouders altijd het gezag hebben gehouden.

24. Zonder de valse vertalingen van de beschikkingen van 25 november en 14 december 2011 hadden de officieren van justitie mr.A. de Vries en haar opvolgers Severs, Akkermans en van der Spek nooit Europese arrestatiebevelen en de overlevering van de ouders kunnen bewerkstelligen, omdat een machtiging tot uithuisplaatsing en een ondertoezichtstelling nimmer tot een EAB kan leiden.

25. Sinds oktober 2012 tot op heden is  herhaaldelijk dringend verzocht tot en met een kort geding aan toe om volledige overlegging van de stukken met betrekking tot de arrestatiebevelen. Tot op heden is dat altijd geweigerd. Eerst in oktober 2014 hebben cliënten het gebruik van de door het Openbaar Ministerie opgemaakte valse vertalingen (niet ambtsedige) door het openbaar ministerie en Jeugdzorg  van de beschikkingen kunnen achterhalen.

26. Jeugdzorg Groningen heeft vanaf 25 november 2011 op aanraden van de officier van justitie de Vries  het Jugendamt bewerkt met valse mededelingen ( over de aard van tussen de ouders bestaande conflicten, over de gevaren van de zijde van de ouders voor de kinderen (familiedrama) en over een definitieve voogdijvoorziening) om de kinderen uit huis te plaatsen.  Het Jugendamt zag  geen grond de kinderen weg te halen bij de ouders zonder toestemming van de Duitse rechter. De medewerkers Luitelaar en Klooster hebben in opdracht van de heer Sitalsing kinderrechter mr Flinterman benaderd en haar verzocht om,  buiten Brussel II bis en het  HKOV om,  de overlevering van de kinderen vanuit Duitsland te bewerkstelligen door contact op te nemen met de Duitse kinderrechter mr Arlinghaus.

27. Mr Flinterman heeft ervoor zorg gedragen dat mr Arlinghaus het Jugendamt het groene licht gaf aan het Jugendamt de kinderen uit huis te plaatsen en over te brengen naar Nederland zonder dat op straffe van verval van de uithuisplaatsing ingevolge 42 SGB VIII binnen 1 dag na de uithuisplaatsing deze is getoetst door een rechter. Valselijk heeft ook  mr. Flinterman mr Arlinghaus medegedeeld dat de ouders de kinderen naar Duitsland hebben ontvoerd en dat voor een familiedrama moest worden gevreesd.

28. Mr Flinterman heeft van haar voornemen de kinderen op deze wijze uit Duitsland weg te halen de liaisonrechter te Den Haag op de hoogte gesteld. Die was zo vriendelijk als reactie een “interne handleiding” toe te sturen ten behoeve van Bureau Jeugdzorg. De liaisonrechter was van de betrokkenheid van mr Flinterman bij kinderontvoering op de hoogte toen deze te oordelen had over het teruggeleidingsverzoek van de zijde van de ouders d.d. 19 juni 2012. De enige procespartij die over de betrokkenheid van mr Flinterman bij de overbrenging van de kinderen uit Duitsland in onwetendheid is gelaten waren de ouders. Het teruggeleidingsverzoek is afgewezen.

29. De kinderen zijn op 23 december 2011 in een kindertehuis geplaatst onder dreiging de ouders te arresteren en op 27 december 2011 de kinderen de grens overgezet en aan de politie en jeugdzorg overgedragen. Deze bemoeienis van kinderrechters bij de tenuitvoerlegging van beschikkingen van 25 november en 14 december 2011 kan niet anders dan als medeplegen van kinderontvoering  met geweld worden gekwalificeerd en is om meerdere reden onrechtmatig en strafbaar.

30. Mevrouw MOEDER is op 12 januari 2015 aangehouden, toen zij zich met grootmoeder vervoegde bij het Jugendamt teneinde de impasse te bespreken ontstaan door de Europese Arrestatiebevelen en de school gang van de kinderen. Het tweede doel was inzage in de dossiers te verkrijgen ten einde inzicht te krijgen in wijze, waarop de Europese Arrestatiebevelen tot stand waren gekomen en de wijze, waarop er met het Jugendamt over de ouders en de kinderen was gecommuniceerd. Dit laatste is haar geweigerd. Zij zijn ingesloten totdat de politie aanwezig was, die haar arresteerde op grond van het Europese Arrestatiebevel. De volgende dag is de heer MOEDER gearresteerd en zijn de kinderen uit huis geplaatst , ondanks het feit dat grootmoeder aanwezig was en uitstekend voor de kinderen kon zorgen. Volgens het Jugendamt kregen zij de opdracht van de heer Sitalsing en de officier van der Spek de kinderen gescheiden te houden van de ouders en grootmoeder, omdat het de bedoeling was de kinderen definitief uit hun ouderlijk omgeving weg te halen. Grootmoeder heeft slechts een keer de kinderen in het tehuis mogen bezoeken.

31. De officier van Justitie mr. van de Spek heeft geregeld dat de Groningse rechter ,mr. Claus, de voorlopige voogdij over de kinderen uitspraak, omdat het Jugendamt een voorziening in het gezag verlangde om de kinderen over te brengen en er anders geen rechtsgrond zou zijn de ouders in overleveringsdetentie te houden. Die voorlopige voogdij is door de rechtbank en het gerechtshof onrechtmatig in stand gehouden, totdat deze op 9 april 2015, na de vrijlating van de ouders door de rechtbank Groningen op 11 maart 2015, is vernietigd.

32. Op 24 februari 2015 zijn de ouders naar Nederland overgeleverd voor de kinderontvoering vanaf 28 september 2012. Op 27 februari 2015 heeft de RC mr Janssens voor twee kinderontvoeringen ( ook vanaf 23 nov 2011 tot en met 24 december 2011)  de bewaring gelast op grond van de kans op herhaling. Tijdens de zitting bij de RC bleek dat noch de officier van Justitie noch de heer Vogelaar van de politie de hen door de raadsman op 24 februari 2015 toegestuurde stukken betrekking hebbend op deze zaak niet in het voorgeleidingsdossier hadden gevoegd, waardoor de Rechter- commissaris niet juist was voorgelicht en de voorgeleiding een farce werd. Op 11 maart 2015 vond in de raadkamer de zitting plaats. De officier van justitie vorderde de gevangenhouding. Op 5 maart 2015 was de officier van justitie op de hoogte van de beschikking van de rechtbank te Celle van 4 maart 2015. De officier van Justitie heeft gezwegen over deze ook voor de voortzetting van de detentie  relevante beschikking.  Ook dat is geen integere bejegening van de ouders zoals je die van een behoorlijk functionerende officier van justitie mag verwachten. Op 14 maart 2015 zijn ouders en kinderen weer met elkaar herenigd er zijn geen kinderbeschermingsmaatregelen nodig gevonden door het Duitse Jugendamt.

33. Naar aanleiding van de opnieuw gedane aangifte van mijn cliënten op 4 maart 2015 heeft J.R. Eland, de hoofdofficier van justitie op 15 maart 2015 bericht dat de aangeklaagde functionarissen, instanties en personen slechts naar eer en geweten uitvoering hebben gegeven aan hun taken en werkzaamheden . Er is volgens hem op geen enkele wijze gebleken dat zij zich schuldig hebben gemaakt aan enig strafbaar feit en weigert een rijksrecherche onderzoek.

34. De ouders achten het onaanvaardbaar dat hun vervolging en berechting in Nederland plaats zal vinden en dat het openbaar ministerie Noord Nederland hen vervolgt en het proces aanstuurt en dat mevr. A.M. de Vries de zaaksofficier is.

35. Er zijn voldoende aanwijzingen van ernstige strafbare feiten en misbruik van bevoegdheid door de autoriteiten in Nederland en Duitsland en er is voldoende reden een onafhankelijk (strafrechtelijk en integriteits-) onderzoek door de Rijksrecherche te laten plaatsvinden in deze Nederlandse Dreyfusaffaire.

36. Voorts stellen de heer VADER en mevrouw  MOEDER en mevrouw OMA de Staat aansprakelijk voor alle schade die zij en de kinderen hebben geleden vanaf 25 november 2011 als gevolg van de getroffen kinderbeschermingsmaatregelen, de kinderontvoeringen, de wederrechtelijke vrijheidsberoving de onrechtmatige arrestatiebevelen etc. 

37. De ouders hebben nog steeds geen uitkering van de Duitse autoriteiten ontvangen, de Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg hebben te betaling van een voorschot op de schadevergoeding afgewezen. De ouders verkeren in grote financiële nood. De ouders en grootmoeder hebben naast financiële problemen ook gespecialiseerde hulp nodig voor de begeleiding van hen zelf en de kinderen bij de verwerking van de opgelopen trauma’s als gevolg van de geschetste jarenlange vervolging door de kinderbescherming, jeugdzorg en het openbaar ministerie.

Met verzoek:
A.   het openbaar ministerie Noord Nederland  te bevelen de strafrechtelijke vervolging van de ouders onmiddellijk te staken dan wel de vervolging over te dragen aan het Generalstaatsanwaltschaft te Oldenburg.

B.   de rijksrecherche een onderzoek te laten doen naar en te rapporteren over de gang van zaken en de handelswijze en besluitvorming van alle betrokken autoriteiten en Jeugdzorg en het Jugendamt vanaf november 2011 samenhangend met de kinderen VADER/MOEDER en strafrechtelijke vervolging van de ouders, de gang van zaken rond de Europese arrestatiebevelen etc.

C.   naar aanleiding van het onderzoek door de Rijksrecherche de geëigende maatregelen te nemen, waaronder strafvervolging van al degenen die zich schuldig hebben gemaakt aan strafbare feiten.

D.   de Staat binnen 14 dagen een voorschot op de schadevergoeding over te maken van € 100.000,- op de derdengeldrekening van het advocatenkantoor Struycken

Hoogachtend,

H.F.M Struycken

c.c. mr. G.Eelsing, hoofd strafsector rechtbank Groningen, Hoofdofficier mr.J.R.Eland, officier van justitie mr A. M de Vries
Bijlagen:
1.    afschrift van de brief van 8 november 2013 aan het college van procureurs generaal

2.    de brief van 21 september 2015 van de zijde van VADER/MOEDER aan mrs Eland/de Vries

3.    de brief van 23 september 2015 van de zijde van VADER/MOEDER aan mrs Eland/de Vries

4.    De erkende beschikking van de rechtbank te Celle d.d. 4 maart 2015

5.    de uitspraak van de Hoge Raad van 28 februari 2014

6.    de aanmaning van 24 09 2015 van de zijde van VADER/MOEDER aan mrs Eland/de Vries

7.    de reactie van de ovj mr A.M. De Vries van 29 september 2015

8.    de brief van 5 oktober 2015 van de zijde van VADER/MOEDER aan mrs Eland/de Vries

9.    de brieven van 6 oktober 2015 van de zijde van VADER/MOEDER aan mrs Eland/de Vries met contact journaal

10. aanmaning 13 oktober 2015 de Rijksrecherche in te schakelen  

11. de  vertalingen door het O.M.  van de beschikkingen van 25 november en 14 december 2011

12. het Europees arrestatiebevel van 27 december 2011 van mr A.M.de Vries

13. het rechtshulpverzoek d.d. 16 maart 2012

14. het arrestatiebevel van 6 december 2011

15. de aangifte door Jeugdzorg van 6 en 8 december 2011

16. de contactjournaals van bureau jeugdzorg vanaf 24 november tot 4 januari 2012

17. het aanvullende beroepschrift van 29 juni 2015 Hof Leeuwarden met contactjournaals Centrale autoriteit

18.   verklaring van het Landkreis Emsland in mei 2012 omtrent de mededelingen van  Hielke Klooster  op 22 december 2011 (defintieve voogdijvoorziening)


Het bovenstaande lijkt mij voor zich te spreken.  Toch roept het enige belangrijke vragen op: 

1. SLAPEN alle andere advocaten: zij accepteren immers al jarenlang niet rechtsgeldige uitspraken en protesteren niet?  
2. Is mr. Struycken de enige echt wakkere advocaat die zijn nek uitsteekt?






UPDATE 06-01-2016

Het antwoord van het College van Procureurs Generaal is er een die gewoonweg alles slaat wat men zou denken...  Ik schreef het volgende aan mr. Struycken:

Zeer geachte Huib,

Ik heb hier geen woorden voor: de wetten worden aan alle kanten overtreden en genegeerd door rechters en vervolgens zet het college PG in feite: 'er is niets aan de hand, wij doen niets fout'.. Heeft iets weg van een 'goede deal' met Teeven.... Ik denk er over ook maar eens een criminele carrière te starten... levert meer op dan een eerlijke bezigheid als ouder-ondersteuner, en misschien wil de nieuwe minister van V&J met mij ook een 'deal' sluiten!

Je begrijpt dat ik ook die brief van het OM graag wil publiceren.  Zou jij, om dit makkelijk te anonimiseren, een versie in Word kunnen toesturen dan wel een versie waar de namen van de cliënten er uit gehaald zijn?

Bij voorbaat mijn dank,

Nico Mul


Het antwoord van mr. Struycken van 05-01-2016:

De naam van mijn cliënten mogen er in blijven staan. Ze willen zelfs geen onderzoek naar het bedrog dat evident is gepleegd door de officier van justitie. Het openbaar ministerie heeft dus een vrijbrief om kinderen te ontvoeren . Zelfs een onderzoek willen ze niet doen.
Hoe krijgen we de reguliere pers en politici zover dat ze zich sterk maken voor een onafhankelijk onderzoek.

Huib Struycken

Hier dus de herhaling van de oproep van mr. Struycken:

WELKE journalist / welk TV-programma, welk medium wil hier zij nek uitsteken en ONDERZOEKEN en PUBLICEREN????



Nico Mul

Ceterum censeo BJZ esse delendam (naar Cato Maior)


meldpuntjeugdzorg@gmail.com