woensdag 8 mei 2013

Een standbeeld voor deze 'jeugdzorgheld'....


…zodra hij gedaan heeft wat hij bij zijn aantreden beloofde! 

…Ouders zeer tevreden over Bureau Jeugdzorg…. 





Die indruk zou men krijgen bij het lezen van onderstaande column van de bestuursvoorzitter van Bureau Jeugdzorg Aglomoratie Amsterdam. Dhr. E. Gerritsen.

Naar de indrukken van JzDh+ zullen ouders echter pas écht tevreden zijn als ze hun kinderen weer thuis in hun armen kunnen sluiten en dhr. Gerritsen zijn beloften waargemaakt heeft die hij bij zijn aantreden deed: 'de juiste hulp' en 'maak BJZ overbodig' schreef hij!

JzDh+ zal persoonlijk een standbeeld gaan onthullen voor deze man als hij écht de 'HELD van jeugdzorg' is als deze het allerlaatste uit huis geplaatste kind weer met de ouders herenigt…. Belofte maakt schuld…

Voor het hele artikel inclusief alle reacties:
 

http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/opinie/columns/opvattingen-van-de-bevolking-over-jeugdzorg.9020974.lynkx

Als je de berichtgeving in de media mag geloven is het slecht gesteld met hoe er in de publieke opinie over de jeugdzorg wordt gedacht. Een enkele keer verschijnen er reportages of documentaires die een meer evenwichtig en soms zelfs positief beeld laten zien, maar het overheersende beeld is toch vrij negatief. Geen prettig opinieklimaat om in te werken, al weet iedereen die in de jeugdzorg werkt, dat het er gewoon bij hoort.
 

Verschil kunnen maken voor kwetsbare kinderen in de knel is prachtig werk en dan neem je de negatieve pers maar voor lief. Wat daarbij helpt is het respect en de waardering voor het werk dat jeugdzorgwerkers gelukkig ook vaak ontvangen vanuit de naaste omgeving. Veel jeugdzorginstellingen slagen er ook in om cliënttevredenheidscores van 7 of hoger te realiseren, zelfs in situaties waarin het aangeboden “product” in eerste instantie niet gewenst werd.
 

Maar is die publieke opinie eigenlijk wel zo negatief? Een beetje tot mijn eigen verbazing las ik onlangs in het Sociaal en Cultureel Rapport 2012 van het SCP de uitkomsten van opinie onderzoek die een heel ander beeld gaven. Het SCP komt tot de conclusie dat het niet ter discussie staat of de overheid mag ingrijpen in gezinssituaties waarin de ontwikkeling van kinderen ernstig bedreigd wordt. Dan vindt de grote meerderheid dat de overheid ouders moet verplichten opvoedondersteuning te accepteren.
 

Verdeelder is de Nederlandse bevolking over de kwestie of de overheid ouders ook in andere gevallen kan verplichten om opvoedhulp aan te nemen, bijvoorbeeld als zij een opvoedprobleem hebben. Als kinderen internaliserende problemen hebben, wordt er minder snel geopteerd voor verplichte hulp dan als kinderen externaliserende problemen hebben of als er sprake is van verwaarlozing. Zijn de problemen echter meer te wijten aan de opvoeding door de ouders of is de ontwikkeling van het kind in gevaar, dan neigen de meeste mensen naar het verplichten van hulp. Hiermee lijkt volgens het SCP het mandaat van de overheid om in gevallen waarin dit nodig is in te grijpen in gezinssituaties breed onderschreven.
 

Toegegeven, dit opinie onderzoek gaat niet over opvattingen over de kwaliteit van de jeugdzorg, maar het is toch een mooie steun in de rug voor alle werkers in de“verplichte” jeugdzorg, dat er breed maatschappelijke draagvlak is voor hun mooie maar ook moeilijke werk.

Dat deze uitkomst geen enkele reden is voor de jeugdzorgsector om zelfgenoegzaam achterover te leunen laat het SCP overigens ook zien in haar beschouwing over wat we weten over de effectiviteit van de jeugdzorg. Interventies die alleen gericht zijn op de opvoedvaardigheden van ouders bijvoorbeeld zijn onvoldoende effectief. Het moet gaan om gezinsinterventies, waarbij ook aandacht is voor andere omgevingen waarin kinderen opgroeien zoals school en vriendenkring. Vroegtijdig ingrijpen kan een averechts effect hebben, doordat problemen die vanzelf overgaan onnodig geproblematiseerd worden, wat kan leiden tot stigmatisering van kind of gezin. 
 

Dit risico speelt nog sterker als wordt ingegrepen op basis van risicotaxaties en voorspellingen die slechts op groepsniveau geldig zijn (zie ook mijn eerdere columns over het adolescentenstrafrecht). Ingrijpen in een gezin heeft op zichzelf al onwenselijke gevolgen omdat het recht op privacy en autonomie van ouder en kind geschonden wordt en er inbreuk kan worden gepleegd op de vertrouwensrelatie tussen het kind en de ouder.
 

Het SCP wijst terecht op het feit dat de oorzaken van problemen bij kinderen en gezinnen vaak überhaupt moeilijk te achterhalen zijn en dat er nog veel onduidelijkheid is over de effectiviteit van interventies in het gezinsleven. Tegelijkertijd is niet handelen in situaties waarin de veilige ontwikkeling van kinderen aantoonbaar ernstig wordt bedreigd geen optie. Het feit dat het beschermen van kinderen met veel onzekerheden is omgeven in combinatie met het gegeven dat overheidsingrijpen in een gezin op zichzelf al onwenselijke gevolgen heeft, doet het SCP terecht concluderen dat de overheid altijd een zeer zorgvuldige afweging moet maken ten aanzien van de manier waarop en de situaties waarin zij de ouders en kinderen te hulp schiet bij de opvoeding.

Ook voor de jeugdzorgsector betekent dit een heilige plicht, om permanent te reflecteren op en te streven naar het verbeteren van de kwaliteit van die afwegingen. Hoe meer de jeugdzorgsector er in slaagt samen met gezinnen succes te boeken zonder dat sprake is van verplicht ingrijpen, hoe beter ze voldoet aan die heilige plicht. Meer daarover in mijn volgende honderdste column.

 
Erik Gerritsen  

Nu staat Erik Gerritsen er om bekend dat hij de meest kritische stukjes op zijn columns verwijdert, er werd gewoonweg gesproken over censuur op Binnenlands Bestuur, JzDh sloeg alarm! De laatste tijd blijven er toch kritische stukjes staan. Om toch het zekere voor het onzekere te nemen publiceren wij toch een paar kritische noten, uit diverse reflectanten.

(inkorting en arcering door Jz Dh+ / de complete reacties vindt u onder het artikel):
Joost Langezwaal:
Gerritsen gebruikt als inleiding het negatieve beeld dat algemeen over jeugdzorg bestaat.

Daarna haalt Gerritsen een opinie-onderzoek aan waaruit blijkt dat er draagvlak is voor overheidsingrijpen in gevallen dat kinderen ernstig worden bedreigd. En ja, wie wil er nu niet dat de overheid iets doet als het nodig is?

Wannéér overheidsingrijpen nodig is, is overigens nooit objectief bepaalbaar vastgesteld, nu de wetgever heeft bepaald dat er sprake moet zijn van een 'ernstige bedreiging' voor de zedelijke of geestelijke belangen, of de gezondheid van het kind.


 
En daarmee staan we met z'n allen al vanaf de invoering van die 'norm' in de zompige, stinkende rand van het moeras. Niemand weet wanneer volgens de wetgever de onbepaald gelaten, en dus onbekende, 'drempelwaarde' van de 'ernstige bedreiging' wordt gepasseerd, niemand weet hoe die betrouwbaar kan of moet worden vastgesteld, en nergens is vastgelegd welke opleiding en welk niveau de persoon moet hebben die de beoordeling maakt, en evenmin aan welke (objectief bepaalbare) normen dient te worden getoetst.

De suggestie die Gerritsen ten onrechte wekt is dat er breed draagvlak is voor het werk van jeugdzorg.
Dat de overheid volgens het opinie-onderzoek mag ingrijpen als dat nodig is betekent echter niet (ook) dat de respondenten in meerderheid vinden dat jeugdzorg daarvoor moet worden ingeschakeld. Dat de wet zulks bepaalt is een majeure vergissing van de wetgever die nog dagelijks slachtoffers maakt. …………..Er bestaat, anders gezegd, geen logisch verband tussen (draagvlak voor) het 'werk' van jeugdzorg en draagvlak voor overheidsingrijpen als kinderen in de knel zitten.
….

Als het grote publiek zou weten op welke schandalige wijze jeugdzorg wetten, verdragen, uitspraken van rechters en klachtencommissies, oordelen van de Nationale ombudsman (NB een Hoog College van Staat) fatsoensnormen schendt en naast zich neerlegt, en verzinsels en zelfs evidente leugens in verslagen en rapporten opneemt,
zou het imago van de jeugdzorg nog veel slechter zijn dan nu. …

….Het (onderbuik-)gevoel is leidend. Dat is treurig genoeg nog logisch en verklaarbaar ook: waar objectief toetsbare normen en onderzoek naar en inzicht in de feiten ontbreekt blijft er logischerwijs weinig anders over als toetsingskader dan 'het (onderbuik-)gevoel' van de min of meer toevallig betrokken individuele personen.

 
 
Nine Kooiman (SP Tweede Kamer) was deze week bij Pauw en Witteman. Zij gaf een verhelderende demonstratie van het belangrijkste knelpunt in de jeugdzorg: Kooiman wil 'iets doen' voor kinderen 'in gezinnen waar sprake is van armoede, verwaarlozing, bedreigde ontwikkeling en/of mishandeling'. De emotie bij Kooiman was voelbaar en zichtbaar. Geen woord echter over onderzoek naar de feiten, (rechts-)waarborgen, (rechts-)handhaving, verdragsrechten, een eerlijk proces, equality of arms, gelijkwaardigheid van partijen, deugdelijk klachtrecht, toetsing door een onafhankelijke rechter, enzovoort.

Het gebrekkige kennisniveau i.c.m. haar positie maakt Kooiman zélf tot een bedreiging voor álle Nederlandse kinderen.

Kooiman maakt NB deel uit van een wetgevend orgaan, en de focus ligt op 'iets doen', 'ingrijpen', 'vroegsignalering', 'zien' en 'volgen' van kinderen en ouders, enz. De wetgever beweegt zich zo evenals recent vele gemeenten op het 'niveau' van de emotie gedreven maatschappelijk werker. Het is schokkend, maar tegelijk verhelderend, omdat het samen met het onsamenhangende gebazel van 'sommige jeugdzorgbestuurders' duidelijk maakt waarom misstanden 'beyond imagination'* alsmaar kunnen blijven bestaan.

Als Gerritsen het bedoelde optreden van Kooiman heeft gezien zal hij gelukzalig knikkend en knorrend hebben gekeken.
Zo ziet hij het graag, werken op basis van het onfeilbaar gewaande (onderbuik-)gevoel van MW'ers, zonder 'hinderlijke' zaken als normen, toezicht, verantwoordingsplicht, toetsing voor- of achteraf, klachtencommissies, rechtscolleges en andere lastige en dergelijke kritische organen, die NB vragen stellen en oordelen geven, maar die alleen maar afleiden van het 'moeilijke en belangrijke' werk dat jeugdzorg doet.

* Het is ronduit verbijsterend dat de onvoorstelbare wantoestanden in de Nederlandse jeugdzorg, evenals de onzinnige kletspraat van Nederlandse bestuurders en politici, nog steeds kunnen blijven bestaan in een land dat zichzelf zo graag ziet als ontwikkeld en beschaafd. *

* Kwalificatie van de Roemeense vertegenwoordiger in de Europese Commissie voor de verzoekschriften op 20 februari 2013 ten aanzien van de werkwijze van de Nederlandse jeugdzorg.


Leen de Jong (ouder):
 

….Met de verplichte meldcode per 1 juli ….We stoppen de echte deskundigheid voor kinderen en gezinnen die er nog is en we gaan massaal toezien hoe ouders er niets van bakken, geholpen door OTS en UHP van hun kinderen. Met de handen op de rug. Allemaal.


R.D. Buitendijk :

…..ook uit rapporten van de Veiligheidsraad en de Inspectie JZ blijkt dat Jeugdzorg niets van fouten leert. Onlangs is er een calamiteitenonderzoek van de Inspectie geweest dat dat beeld wéér bevestigt.

Maar ook het rapport dat Gerritsen zelf aanhaalt, dat van het SCPB gaat er nou juist over dat de jeugdzorgsector niet de juiste ouders en kinderen bereikt. Verder is algemeen bekend dat er
nul bewezen effectiviteit is van jeugdzorg, m.a.w. kinderen worden er niet beter van maar juist vaak slechter.… een extreem disfunctionele jeugdzorg. …voortdurende extra aandacht van de Inspectie wegens disfunctioneren. ….

Kortom,
van deze column klopt geen spaan. En als medewerkers in de jeugdzorg werkelijk denken dat de slechte beeldvorming de schuld is van de 'media' dan zegt dat iets over hun zelfreflectie en intelligentie.

…. Slimme medewerkers stappen massaal op (het verloop is heel groot) en wat overblijft zijn piepjonge niet al te slimme wezens.….

En waar is overigens het geluid van de ouders????Gerritsen heeft het wel over 'de bevolking' en 'de media' maar ook ouders en kinderen zijn zeer, zeer ontevreden. Men vindt dat er te veel geld gaat naar jeugdzorg en de kwaliteit desondanks te laag is en heeft voorstellen om dat beter en goedkoper te doen.

Zie bv http://www.ouders.nl/mdiv2013-jeugdzorg-oproep.htm


mr B.W. de Groot (juridisch adviseur ) :
 
BJZ heeft immers tot standaard verheven dat men steeds voor zichzelf uiterst gunstig stelt en citeert en voor ouders en kinderen uiterst negatief.

Het SCP rapport waaruit de heer Gerritsen citeert heeft als titel: Een beroep op de burger. Minder verzorgingsstaat, meer eigen verantwoordelijkheid?
De bladzijden waarom het gaat zijn met name bladzijden 45 en 46. Daar staat dat de overheid het sterker als haar taak beschouwt om de ouderlijke opvoeding in goede banen te leiden en ongewenste uitkomsten te voorkomen. …

…..Maar wees dan eerlijk en volledig: vals alarm is de standaard en de hand in eigen boezem niet.

J. van Baardwijk | Zwartboek Overheid:

Wederom een fraai staaltje jeugdzorgpropaganda waarin, zoals gebruikelijk bij de jeugdzorg, de waarheid weer ver te zoeken is.  

……Tot nog toe ben ik die positieve verhalen alleen maar tegengekomen in het propagandamateriaal van de jeugdzorgindustrie.

Het feit dat de
jeugdzorgindustrie extreem repressief optreedt tegen kritische ouders spreekt wat dat betreft boekdelen. Wie een klacht indient tegen een JZ-medewerker wordt gestraft over de ruggen van zijn of haar kinderen.

Crimineel gedrag is schering en inslag bij jeugdzorgpersoneel. Valsheid in geschrifte, belediging, smaad, laster, bedreiging, intimidatie, machtsmisbruik, corruptie, diefstal, huisvredebreuk, psychische mishandeling van ouders en kinderen, fysieke mishandeling van ouders en kinderen, wederrechtelijke vrijheidsberoving, valse aangiften, kinderontvoering, kindermisbruik, het komt allemaal voor (en dan niet incidenteel maar structureel).

Opvallend daarbij is overigens dat het doen van aangifte tegen JZ-personeel vrijwel onmogelijk is; de politie weigert vaak aangifte, en aangiften die bij de Hoofdofficier van Justitie worden ingediend verdwijnen spoorloos.

…..Maar het zou hem sieren als hij de hand in eigen boezem zou steken, zou erkennen dat de jeugdzorg één grote puinhoop is, en zijn positie zou gaan gebruiken om schoon schip te maken (connecties genoeg, toch?) in de jeugdzorg zodat voortaan de belangen van kinderen en hun ouders voorop staan, in plaats van de bankrekening van de JZ-instanties en de ego's van het personeel.

J. van Baardwijk
http://zwartboekoverheid.nl
 

Tenslotte de reactie van JzDh+: 

Geachte heer Gerritsen,

Wederom moet ik constateren dat u , en dat is uw goed recht, Bureau Jeugdzorg aan het promoten bent alsof die zo fantastisch zijn. Als ouder-ondersteuner weet ik hoe u ouders behandelt: negeren, neerzetten als 'pedagogisch onmachtig', 'niet leerbaar' en vooral als personen die hun kinderen kwetsen en verwaarlozen...Dit doet u c.q. BJZ zonder enig gedegen onderzoek en met vooral 'indrukken' en 'onderbuikgevoelens van de gezinsvoogdes'. Ook blijkt dat een (ex)bestuurder van de BMJ, uw belangenorganisatie, 'waarheidsvinding de figuurlijke motorzaag voor een kind' is en dat deze ontslag zou overwegen als hij beëdigd zou moeten worden...

U 'vergeet' in uw artikel wederom het 'rapport Samson', waar de meest erge zaken uit gelaten zijn, maar dat wél aangaf dat de kans op mishandeling maar liefst 3x zo groot is in 'jeugdzorg' dan thuis. De wetenschap, dat een kind beter af is bij 'zwakke ouders' dan in 'jeugdzorg', vergeet u ook maar even. Geheel treurig is het advies van de RvS dat in feite de 'professionalisering' een zinloze missie beschouwt, omdat die nog zo in de kinderschoenen staat en 'professionele zorg nu ook goed afdwingbaar is'... ja inderdaad, NIET bij BJZ... Het zou daarom een goede zaak zijn om BJZ eens op te gaan heffen en te werken aan de thuisplaatsing van de UHP kinderenen deze geleiden naar begeleiding door kinderpsychologen / kinderpsychiaters waar mogelijk en er voor te gaan zorgen dat bij de transitie geen 'kinderen teloor gaan'.
Laat de verdere begeleiding over aan hulpverleners als bijvoorbeeld 'opvoedpoli' die ouders kiezen.

Ouders willen graag afscheid van u (c.q.BJZ) nemen en zullen u écht een 'HELD van JEUGDZORG' vinden als ze eindelijk hun kinderen weer thuis hebben!

Ik zal vast inzameling gaan houden voor uw standbeeld... om te zélf onthullen op de dag dat het allerlaatste UHP-kind weer bij de ouders en familie herenigd wordt!.

Nico Mul

Tot zo ver de reacties.

Mochten er ouders zijn die ook de dag afwachten dat hun kinderen eindelijk thuiskomen en blijven en daarbij dit te danken hebben aan de toezeggingen van dhr. Gerritsen, laat hun dan hun bijdrage overmaken op rekening 3497525 onder vermelding van 'Standbeeld Gerritsen'.

Bij de thuisplaatsing van het allerlaatste UHP kind in de regio Amsterdam, zal ik persoonlijk het standbeeld dan gaan onthullen.

De grootte en kwaliteit (hout, staal, brons, beton, zilver, koper dan wel goud) van het standbeeld zal helaas moeten afhangen van de binnen gekomen bijdragen.

Heer Gerritsen, laat u mij even weten op welke dag de onthulling zal zijn?

Nico Mul

 

5 opmerkingen:

  1. Ik stel voor een standbeeld van hout, met een heeeeeeel lange neus.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. JzDh+ gunt E.G. een GOUDEN standbeeld bij:

      - Alle ouders en kinderen de juiste hulp
      - Alle kinderen weer in een gezin bij de echte liefhebbende ouders
      - Het volledig opheffen van BJZ, en de hulp, in de thuissituatie uiteraard, overlaten aan échte professionals!
      - Het binnenkomen van voldoende geldelijke bijdragen!

      ... uw kinderen zijn toch GOUD WAARD?



      Nico Mul

      Verwijderen
  2. EEN KIND IS MEER WAARD DAN MENSEN OM JE HEEN

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Hoe bot moet je dan nog zijn als bestuurder, om te denken dat jeugdzorg naast jeugdgezondheidszorg-met-therapeuten als vervolglijn bestaansrecht heeft?
    DOEK BJZ OP, werd geadviseerd door wetenschappers!
    TS

    BeantwoordenVerwijderen
  4. En weer een genegeerde vader:

    LJN: BZ5538, Rechtbank Maastricht , 03/700426-12 Print uitspraak
    Datum uitspraak: 26-03-2013

    Rechtsgebied: Straf
    Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig
    Inhoudsindicatie: Vrijspraak; bedreiging; niet een zodanige vrees bij de aangevers/getuigen opgewekt dat van een bedreiging in de zin van artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht gesproken kan worden.

    1 Onderzoek van de zaak
    De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 12 maart 2013, waarbij de officier van justitie, de verdediging en de verdachte hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

    2 De tenlastelegging
    De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
    De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
    Feit 1: op 9 mei 2012 medewerkers en/of aanwezigen van Bureau Jeugdzorg Kerkrade en/of Xonar heeft bedreigd;
    Feit 2: op 14 mei 2012 medewerkers en/of aanwezigen van Bureau Jeugdzorg Kerkrade heeft bedreigd;
    Feit 3: op 14 mei 2012 medewerkers en/of aanwezigen van Bureau Jeugdzorg Kerkrade heeft bedreigd;
    Feit 4: op 9 mei 2012 medewerkers en/of aanwezigen van Xonar heeft bedreigd.

    3 De beoordeling
    Ten aanzien van de feiten 1, 2 en 4:
    In het dossier bevinden zich diverse aangiftes en verklaringen waaruit blijkt dat verdachte op 9 en 14 mei 2012 op drie verschillende tijdstippen naar Bureau Jeugdzorg (verder: BJZ) te Kerkrade en/of naar de Stichting Xonar te Maastricht heeft gebeld. In deze telefoongesprekken zou verdachte hebben gedreigd een bom bij de kantoren naar binnen te gooien en deze op te blazen. Uit de diverse verklaringen komt voorts naar voren dat het vierjarige zoontje van verdachte (dat bij de moeder woont en met wie verdachte een omgangsregeling heeft) onder begeleiding van BJZ en Xonar staat en dat BJZ en Xonar niet op een lijn zitten met verdachte over de wijze waarop deze begeleiding plaatsvindt. Op de achtergrond lijken ook nog problemen tussen verdachte en de moeder (en haar nieuwe partner) te spelen. In de telefoongesprekken op 9 en 14 mei 2012 uitte verdachte zijn boosheid over het feit dat de begeleiding van zijn zoontje al enige tijd plaats vond op de dag dat hij omgang had met zijn zoontje, waardoor verdachte zijn zoontje dus niet kon zien.
    Verdachte heeft zowel bij de politie als ter terechtzitting bevestigd dat de verhouding tussen hem en BJZ en Xonar niet goed was. Hij onderschrijft de geschetste problemen. Deze werden volgens hem met name veroorzaakt omdat BJZ en Xonar alleen naar de moeder zouden luisteren en niet naar zijn mening, en omdat er geen rekening gehouden werd met gerechtelijke uitspraken die positief voor hem zouden zijn uitgevallen. BJZ zou echter weigeren zich aan deze uitspraken te houden, aldus verdachte. Hij had hier al heel vaak over geklaagd, zowel bij BJZ en Xonar, als bij de politie, maar niemand luisterde naar hem. In opperste frustratie heeft hij toen tijdens de genoemde drie telefoongesprekken geroepen: stel dat ik nu een bom mee neem en de boel opblaas, luisteren jullie dan wel? Natuurlijk was het absoluut niet de bedoeling dit echt te doen.

    4 De beslissing
    De rechtbank:
    Vrijspraak
    - spreekt verdachte vrij van de onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde feiten.





    Dit vonnis is gewezen door mr. J.M.E. Kessels, voorzitter, mr. R.A.J. van Leeuwen en
    mr. S.V. Pelsser, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K. Mahovic, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 26 maart 2013.

    BeantwoordenVerwijderen